Update Ketenvorming: investeringsmaatschappijen
Stand van zaken
Van de drie oorspronkelijke veterinaire ketenvormers met duidelijke investeringsintenties – DGN, Evidensia en Anicura – lijken alleen de laatste twee nu door te pakken. Anicura legt momenteel de focus op de praktijken van Sterklinieken. CVS, met een iets ander businessmodel, beursgenoteerd, en met de nadruk op winst in plaats van waardeontwikkeling, heeft inmiddels ook haar eerste praktijken gekocht.
Private Equity is rendement maken
Op 23 februari 2017 was er de press-release waarin Independent Vet Care en Evidensia aankondigen te gaan fuseren. Zoals bij de introductie van onder andere Evidensia in Nederland tijdens de Dactari bijeenkomst in januari 2016, bleek dat zowel Anicura als Evidensia gefinancierd worden door private investeerders (Private Equity). Het persbericht besluit met het bericht dat Evidensia en IVC in het tweede kwartaal van 2017 geheel samengegaan zullen zijn en eigendom zullen zijn van EQT VI en EQT VII, twee Zweedse beleggingsfondsen.
In elk gezond bedrijf zal onder aan de streep winst maken een belangrijk doel zijn, dat is evident. Voor investeringsfondsen is het doorgaans een doel op zich; beleggers leggen hun geld in, en verwachten een bepaald rendement.
Wat betekent dit nu precies voor de praktijkeigenaren die overwegen om hun praktijk aan een keten over te dragen? Afgezien van persoonlijke overwegingen, zoals bijvoorbeeld ‘de (leef)tijd om te stoppen’, ‘meer veterinair werken, minder management’, is de toekomst van de organisatie waarin je stapt vanzelfsprekend ook van wezenlijk belang.
Uit het persbericht blijkt dat Evidensia (en binnenkort het gecombineerde IVC-Evidensia) in wezen aangestuurd wordt vanuit de rendementsperspectieven van de achterliggende fondsen. Iedere keer dat een achterliggend fonds wordt verhandeld, zal er rendement c.q. winst gemaakt (moeten) worden. Wat betekent dit voor de dierenarts in zijn of haar praktijk?
Winst maken in veterinair Nederland
De verwachting is dat er in de Nederlandse markt nog ruimte is voor meer winst. Deze ontstaat door hogere omzet en minder kosten. De omzet wordt eenvoudig verhoogd door de tarieven te laten stijgen en/of meer tweede- en derdelijns zorg aan te bieden. Ik breng u in herinnering: de eerste slag werd in de tweede helft van 2015 geslagen rond de tweede en derdelijns-klinieken waar Anicura de snelste was (of de hoogste bieder). Nu worden de verwijsklinieken er omheen gecreëerd.
Beperken van de kosten? Personeel is altijd de grootste kostenpost. Wat betekent dat voor de loonontwikkeling en wat betekent dat voor de samenstelling van de medewerkers in de praktijk? In het Tijdschrift voor Diergeneeskunde (TvD 3, 2017, p 9-11) is de coverstory ‘Paraveterinair rechterhand van dierenarts’. Met een verwijzing naar een reeds ingezette trend in de humane geneeskunde wordt verdergaande professionalisering van paraveterinairen gekoppeld aan meer bevoegdheden. Gebruik maken van het overschot aan jonge dierenartsen voor loonmatiging, meer inzet van MBO en HBO krachten, en het maximaal benutten van de beschikbare arbeidskrachten in een praktijk zijn dan op termijn de meest voor de hand liggende instrumenten om de loonkosten terug te dringen.
Je hoeft vanzelfsprekend niet te participeren in een keten om eenzelfde resultaatverbetering in je eigen praktijk te realiseren. Sterker nog: als een buurpraktijk onderdeel van een keten wordt en de prijzen verhoogt, dan lift je daar als vanzelf op mee. Of je ook op eenzelfde wijze omgaat met je personeel is weer een heel andere kwestie, waar we graag met je over in gesprek gaan.
Wat is je dierenartspraktijk je waard?
Tijdens de Voorjaarsdagen wordt er op 19 april een hele dag gewijd aan de dierenarts als ondernemer met de vraag: ‘Wat is de dierenartspraktijk je waard?’. Laat je als praktijkeigenaar voorlichten en voorrekenen wat er in en met jouw praktijk mogelijk is en bepaal welke richting je met je praktijk op wenst te gaan.
Onze berekeningen en vergelijkingen geven meestal een eenduidige uitkomst. Als je in staat bent om de winstgevendheid van je praktijk in stand te houden of te verbeteren, is verkoop op korte termijn minder aantrekkelijk dan doorgaan met ondernemen en (wellicht) later verkopen. Dit komt natuurlijk door het optelsommetje van winst, fiscale faciliteiten en opbrengst op termijn. En dan hebben we de vrijheid van het zelfstandig ondernemerschap nog niet gekwantificeerd!
De adviseurs van Raadgevers begeleiden je graag bij het verkrijgen van meer inzicht en het maken van je keuzes.