Praktijkhouder, pas op met de loonheffingen
Werken met modelovereenkomsten
Met de invoering van de DBA wordt het gebruikelijk dat u gaat werken met modelovereenkomsten van opdracht, waarvan de inhoud is getoetst en is goedgekeurd door de Belastingdienst. Er zijn:
- algemene overeenkomsten,
- branche- of beroepsspecifieke overeenkomsten en
- individuele overeenkomsten
Geen inhoudingsplicht, maar toetsing achteraf
Met een modelovereenkomst lijkt de opdrachtgever ervan verzekerd dat er geen inhoudingsplicht loonheffingen en premies werknemersverzekeringen van toepassing is.
Een belangrijk vraagteken is dat de Belastingdienst zich het recht voorbehoud om achteraf te toetsen of partijen ook feitelijk volgens de modelovereenkomst werken. Dat kan behoorlijk wat consequenties hebben, zoals een naheffing en een boete terwijl er geen mogelijkheid is om kosten op de werknemer te verhalen.
Zelfstandige relatie is belangrijk
De opdrachtgever heeft er dus zeker belang bij dat de arbeidsrelatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer niet wordt gezien als een loondienstverband. Afstemming van de feitelijke omstandigheden met de bepalingen in de gehanteerde modelovereenkomst zijn daarom zeer van belang.
Waar moet u op letten?
De Belastingdienst kijkt in haar beoordeling naar de volgende elementen:
- Is er sprake van een gezagsverhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer?
- Tot hoe ver reikt het instructierecht van de opdrachtgever?
- Mag de opdrachtnemer zich vrij laten vervangen?
- Mag er buiten openingstijden van de praktijk worden gewerkt?
- In hoeverre mogen overeenkomsten voor een langere termijn (> 1 jaar) worden gesloten?
In de handreiking beoordelingskader overeenkomsten arbeidsrelaties (handreiking DBA) geeft de Belastingdienst aan hoe zij deze zaken in de praktijk zal beoordelen. Iedere situatie is echter anders. Er zal dus nooit echt sprake kunnen zijn van absolute rechtszekerheid. Alleen als er sprake is van een zuiver of fictief loondienstverband weet de opdrachtgevers zeker dat hij verplicht loonheffing moet inhouden.
Overgangsperiode tot 1 mei 2017
De praktijk zal moeten uitwijzen hoe de Belastingdienst met de arbeidsrelaties tussen praktijkhouders en opdrachtnemers zal omgaan. We onderstrepen nog een keer hoe belangrijk het is om in de overgangsperiode aan de slag te gaan met de samenwerking. In de overgangsperiode gaat de Belastingdienst niet handhaven.
Vooral voor duurzame samenwerkingen zijn de modelovereenkomsten niet geschikt. Daar zal een alternatief voor moeten komen.
Wilt u meer weten over de DBA?
En wat de DBA voor u als praktijkhouder/opdrachtgever betekent? Bel met uw persoonlijke adviseur of met 030 252 54 00.