Nut en noodzaak van het afvinken van de jaarverantwoording
‘Gierend gek worden we van al die verantwoording’. Een citaat uit het verslag van de Tweede Kamer van het recente debat op 21 juni jl. over het zorgverzekeringsstelsel en de Wtza. In deze discussie kwam aan bod dat 30% tot 40% van de arbeidstijd in de zorg nu aan administratie wordt besteed.
Voor twee leden van de Tweede Kamer is dit signaal een reden om een voorstel in te dienen tot aanpassing van de jaarverantwoording voor de eerstelijnszorg. Maar het is maar de vraag of en op welke manier dit voorstel daadwerkelijk gaat leiden tot een wijziging van de wet. Het debat gaat over administratieve werkdruk. Maar al sinds de introductie van deze verplichting is het voor mij een mysterie wat we als maatschappij eigenlijk precies aan deze jaarverantwoordingsplicht hebben.
Waarom hebben we deze wet ook alweer?
‘De maatschappij’ is het hogere doel van deze wet. In de toelichting op de wet staan grote woorden. Het gaat om ‘het afleggen van verantwoording aan de maatschappij en de betrokkenen (…)’ Met een dergelijke algemene toelichting is het niet verwonderlijk dat de vraag naar nut en noodzaak af en toe weer ter sprake komt. Zo ook tijdens een eerder debat. De minister wees er toen kortgezegd op dat zij door een consultancybureau heeft laten vaststellen dat alternatieve voorstellen nu eenmaal (nog) minder goed zijn. De administratieve lasten zijn al tot een minimum beperkt, aldus de minister. Het bureau rekent voor dat je dit in een half uur of een halve dag wel geregeld hebt. Waar hebben we het nu helemaal over?
De jaarverantwoordingsplicht maakt praktijkgegevens zichtbaar
Zorgaanbieders moeten een ‘jaarverantwoording’ openbaar maken. Het financiële reilen en zeilen van de praktijken van huisartsen, tandartsen, verloskundigen en andere zorgaanbieders wordt daarmee zichtbaar op internet. De jaarrekening, hoeveel personeel er rondloopt, welke financiële verplichtingen zijn aangegaan etc. etc. Langer bestaande praktijken doen dat uiterlijk eind dit jaar. Praktijken die nog niet zo lang bestaan hebben dat voor 1 juni jl. vaak al gedaan.
De aanleververplichting is ingewikkeld voor zorgverleners
Het invullen van de vragenlijsten is ingewikkeld als financiën niet je specialisme is. Vanuit Raadgevers Kuijkhoven helpen we onze klanten hiermee. Gelukkig weet ik ondertussen op de meeste vragen wel een antwoord te geven. De mooiste en beste vraag die ik er tot dusver over kreeg is ‘en waarom doen we dit eigenlijk?’. ‘Voor de maatschappij’ antwoordde ik, terwijl ik krampachtig namens de tandartspraktijk met e-herkenning probeer in te loggen op de website van het CIBG. Het is de wet. Vroeger vulde ik dit soort vragenlijsten ook wel in. Eindeloze Excel-sheets met antwoorden op vragen, waarvan niet duidelijk is wat de vraagsteller er mee wil en je op voorhand al wist dat je er na het insturen nooit meer wat van zou horen. Taak afvinken dus, omdat het moet.
Is vertrouwen hebben niet beter?
We vinden het als maatschappij toch vooral belangrijk dat er goede zorg is en blije zorgverleners? Financiële verantwoording leggen we in Nederland al vrij nauwkeurig aan de maatschappij af: in de belastingaangifte(n). Daarnaast hebben de zorgverzekeraars al de taak om ervoor te zorgen dat de zorg betaalbaar blijft. Is dat niet genoeg?
Kunnen we niet gewoon afspreken dat we als maatschappij vertrouwen op onze huisartsen, tandartsen, verloskundigen en andere zorgaanbieders? Ik voel in elk geval geen enkele behoefte om de jaarverantwoording van mijn eigen huisarts uit te pluizen. Net zoals ik die ook niet hoef te hebben van andere mkb-dienstverleners, mijn bakker, garage of kapper.