KEW keert uit

Help! Mijn KEW keert uit…

… en ik moet belasting betalen

Tot 2013 was het mogelijk om te sparen voor de aflossing van een eigenwoningschuld met een zogenaamde Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW), een Spaarrekening Eigen Woning (SEW) of een Beleggingsrecht Eigen Woning (BEW), hierna voor het gemak te noemen de KEW.
Een KEW werd meestal afgesloten voor een lange periode. Het gaat dan minimaal om een duur van 15 jaar. De verwachting is dat tussen nu en 2043 veel KEW’s uitkeren. Voor houders van KEW;s daarom zaak om even goed stil te staan bij de fiscale gevolgen van een uitkering.

Heb je (via ons) een KEW afgesloten, lees dan snel verder.

Hoe zat het ook alweer met de eisen aan een KEW?

Om als KEW te worden aangemerkt stelt de wetgever (artikel 10bis.4, lid 2 en artikel 10bis.5, lid 2 Wet IB 2001.Wet IB 2001) de volgende eisen:

  1. Er moet een koppeling zijn tussen de KEW en de eigen woning van de verzekeringnemer, rekeninghouder of diens partner.
  2. Met de uitkering moet een eigenwoningschuld worden afgelost.
  3. De hoogste premie mag niet meer bedragen dan het tienvoudige van de laagste premie (de zogenaamde bandbreedte-eis).
  4. Het betreft een eenmalige uitkering (of bij SEW’s en BEW’s: een eenmalige deblokkering van het banktegoed).
  5. De KEW moet zijn afgesloten bij een professionele verzekeraar, bank of beleggingsinstelling.

Wanneer is de uitkering van een KEW onbelast?

De hoofdregel is dat het zogenaamde rentebestandddeel van een KEW belast is. Het rentebestandddeel is de uitkering verminderd met de inleg op de KEW.
De wetgever heeft echter een uitkeringsvrijstelling van toepassing verklaard op een KEW. Deze vrijstelling bedraagt € 173.500 (2022) per belastingplichtige. De vrijstelling wordt jaarlijks geïndexeerd. Heeft men een fiscaal partner, dan mag ook de vrijstelling van de partner daarbij op worden geteld. In geval van een uitkering van een KEW bij overlijden wordt de vrijstelling die de overleden partner had kunnen benutten opgeteld bij de vrijstelling van de langstlevende partner. De vrijstelling kan niet hoger zijn dan het bedrag van de eigenwoningschuld.

Om aanspraak te kunnen maken op de uitkeringsvrijstelling:

  1. moet de uitkering gebruikt worden ter aflossing van de eigenwoningschuld;
  2. moet er jaarlijks premies of inleg zijn betaald;
  3. moet er zijn voldaan aan de bandbreedte-eis.

Een rekenvoorbeeld

  • Stel een KEW van een echtpaar keert in 2022 € 380.000 (U) uit. Over de volledige looptijd is € 230.000 ingelegd op de KEW. De KEW voldoet aan de eisen die gesteld worden aan de KEW en aan de uitkeringsvrijstelling. De eigenwoningschuld is hoger dan de vrijstelling. Het echtpaar betaalt in box 1 belasting in de hoogste schijf.
  • In dit geval is er sprake van een ongebruikte vrijstelling (V) van twee partners, dus wordt de € 173.500 (2022) verdubbeld naar € 347.000.
  • Het rentebestanddeel (S) is € 380.000 -/- € 230.000 = € 150.000.
  • Het belaste rentebestanddeel is dan ook: S x (U – V)/U) = € 150.000 x 8,68% = € 13.026. Over dit bedrag moet dan in box 1, volgens het progressieve tarief inkomstenbelasting, worden betaald.

Afstemmen doelkapitaal op vrijstelling?

Een aantal verzekeraars schrijft nu KEW-houders aan omdat het doelkapitaal wellicht hoger zal zijn dan de vrijstelling, omdat er anders sprake is van een belast rentebestanddeel.

Omdat bij het afsluiten van de KEW niet altijd duidelijk was wat de toekomstige indexatie zou zijn, heeft de adviseur hierbij aannames gedaan. De daadwerkelijke indexatie wordt vastgesteld door de wetgever. De historische indexatie is niet lineair. Daardoor kan het zijn dat het doelkapitaal bij inschatting van een adviseur hoger zal zijn dan de uitkeringsvrijstelling. Een deel van de uitkering kan dan belast zijn in box 1 van de inkomstenbelasting.

Als KEW-houder kun je natuurlijk wel wat doen, zoals:

  • het eerder uit laten keren van de KEW, zolang het doelkapitaal nog binnen de vrijstelling valt;
  • het verlagen van het toekomstig doelkapitaal door de periodieke inleg te verlagen;
  • het inkorten van de duur van de KEW.

De uitwerking van deze opties zijn erg afhankelijk van de feitelijke situatie en dus erg adviesgevoelig. De adviseur kan aangeven welke opties reëel zijn en aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan (denk aan het blijven voldoen aan de eisen van de KEW en de uitkeringsvrijstelling).

Daarnaast zijn er ook nog externe factoren waar rekening mee moet worden gehouden:

  • De geldverstrekker moet ook akkoord te gaan met eventuele wijzigingen.
  • Ook is het mogelijk dat er nog een aflossingsplan gemaakt moet worden voor een eventuele restschuld.
  • Bij een KEW in de vorm van een spaarhypotheek kan een tussentijdse rentewijziging nog roet in het eten gooien. Een renteverlaging zorgt dan vaak voor een verhoging van de periodieke inleg en een renteverhoging voor een verlaging van de periodieke inleg. Vaak zien wij dan ook dat wijzigingen aangaande het doelkapitaal bij een renteherziening worden gedaan.
  • Bij een KEW op basis van beleggingen is het eindkapitaal niet gegarandeerd. Daardoor kan daar niet strak op gestuurd worden.

Het hele plaatje bekijken

Het is natuurlijk nooit leuk als er belasting betaald moet worden, vooral als je daar niet echt rekening mee hebt gehouden. Maar door je alleen blind te staren op het voorkomen van belastingheffing, kun je jezelf tekort doen. In onze adviespraktijk proberen wij dan ook echt appels met appels te vergelijken. Dat doen wij door te berekenen wat de daadwerkelijke kosten zijn van ongewijzigde voortzetting. Het gaat dan om de inleg tot aan de einddatum, eventueel vermeerderd met een de belasting over een rentebestanddeel.

De kosten van ongewijzigde voortzetting vergelijken wij dan met de kosten van een tussentijdse aanpassing. Laat je een KEW eerder uitkeren of verlaag je het doelkapitaal, dan heb je wel te maken met een restschuld, die moet worden afgelost. Deze aflossingskosten moeten daarom in de vergelijking worden meegenomen. Daarnaast kunnen er nog aanpassingskosten zijn van de aanbieders van de KEW en/of de hypotheekverstrekker en (hypotheek)advieskosten. Overigens staat daar nog wel tegenover dat je over het leningdeel dat je voortijdig aflost geen netto-rentelasten meer hebt.

Omdat er variabelen zijn waar rekening mee gehouden moet worden is een advies hierover complex. In onze adviespraktijk zien wij overigens wel vaak dat het loont om ongewijzigd de KEW voort te zetten en de belasting over het rentebestanddeel voor lief te nemen. Zeker bij KEW’s die een gegarandeerd hoog rendement kennen (zoals een spaarhypotheek) zit de echte waardeaangroei in de laatste jaren van het product. Daardoor kan een tussentijdse aanpassing van de KEW echte kapitaalvernietiging zijn.

Ook merken wij op dat zolang de KEW voldoet aan de fiscale eisen de KEW niet aangemerkt wordt als bezitting in box 3. Ook vermogen dat je opbouwt boven de uitkeringsvrijstelling is – zolang de KEW aan de fiscale eisen voldoet – vrijgesteld van belastingheffing in box 3.

Meer weten?

Heb je (via ons) een KEW en verwacht je dat de uitkering meer zal bedragen dan de uitkeringsvrijstelling of heb je vragen over jouw KEW en jouw mogelijkheden, neem dan contact met op met Guus van der Wilt. Samen met jou kijkt hij dan of het verstandig is om een aanpassing te doen aan de KEW of om deze ongewijzigd voort te zetten.

Er kunnen (hypotheek)advieskosten verbonden zijn aan dit adviestraject. Daarover word je dan vooraf geïnformeerd. Lees hier meer over in de Dienstenwijzer en de Dienstverleningsdocumenten Hypotheken en Vermogen opbouwen.

Deel dit verhaal:
Geschreven door:

Recente artikelen

Gratis kennismakingsgesprek Contact
10 gratis starterstips voor jouw start als medisch ondernemer
10 gratis starterstips pdf

Leuk dat je onze website bezoekt. Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website te verbeteren, maken wij gebruik van functionele en analytische cookies. Wij gebruiken geen tracking cookies. Naast het accepteren van de cookies, kun je deze ook beheren via 'Cookie instellingen'.
Accepteer cookiesCookie instellingen